Toen ik een boek wilde schrijven was dat zoiets groots in mijn gedachten en leek het me bijna onhaalbaar. Ik had geen idee hoe ik het aan moest pakken. Of het me zou lukken. Of ik wel goed kon schrijven. Wie mijn verhalen zou willen lezen. Of ik het wel durfde. En hoe. Tussen alle twijfels door ben ik maar begonnen. Met schrijven. En het volgen van het stemmetje dat me verleidde om door te zetten. Zonder strategie of idee waar ik mee bezig was. Maar ik begon wel.
Natuurlijk liep ik door de jaren heen tegen allerlei dingen aan, zoals het verliezen van mijn
(zelf-)vertrouwen. Iets wat al behoorlijk schaars was. Schaamte. Het besef dat ik totaal niet wist wat ik deed. En tegelijkertijd groeide het gevoel dat ik door moest blijven gaan. Dit was nogal een gevecht. Met mezelf. Jaar in jaar uit ging ik dat gevecht aan. Ging ik weer zitten met mijn laptop en typte ik soms tegen beter weten in. Met als resultaat mijn eerste eigen boek.
Soms denk ik wel eens dat het me vooral om het proces ging. Schrijven werkt helend. Heb je het wel eens geprobeerd? Gewoon een vel papier gepakt en met een pen in de hand je ziel over het papier uit laten meanderen?
Ik gun je de voordelen van schrijven, zoals het mij helpt en geholpen heeft. En als schrijven niets is voor je, dan gun ik je een andere uitlaatklep. Iets creatiefs. In mijn meest zwarte dagen bakte ik kilo’s brownies en taarten. Knipte ik stapels inspirerende quotes en foto’s uit de Happinez om maar wat met mijn gevoel te kunnen en keek ik serie na serie. Kalkte mijn dagboek vol. Ook al hielp het niet om gezond te blijven of om op het rechte mentale pad te blijven, het zorgde er wel voor dat zwart schakeringen donkergrijs werden. Tijdens mijn opname verdween het bakken en knippen maar het schrijven nam alleen maar toe.
Schrijven helpt om orde te krijgen in chaos. Om krom weer wat rechter te maken. Om te snappen wat niet te begrijpen valt. Om weer bij je gevoel te komen. Om jezelf te leren kennen. Schrijven helpt je naar het hier en nu te komen. In het moment te zijn.